Ewout Adriaans
Schipper van de Stern
Ewout Adriaans, ik was hem jaren uit het oog verloren. Maar opeens dook hij op als een duiveltje uit een doosje. Ewout Adriaans. Schipper van de Stern. Hij riep nog in het voorbijgaan: “Morgenochtend om 4 uur naar de Richel. Wel op tijd komen he”. Lachend verdween hij uit het zicht achter zijn enorme baard. “Halve gare woesteling”, dacht ik nog.
De volgende dag. 04:00 uur. Roet nacht. Geen hand voor ogen kunnen zien. “Links, rechts, ja nu rechtdoor”, hoorde ik uit de diepe duisternis schreeuwen. Struikelend en glijdend bereikte ik het bootje. Een warme handdruk en de koffie waren het welkom. Met veel kabaal liet de motor ook van zich horen, een zwijgzame tocht zou het gevolg zijn. Mijn oren waren al niet te best en het uitzicht nog minder.
We koersten door de Texelstroom richting Scheurrak. Oudeschild zag ik nog net. Ik herkende de havenlichten en de gebouwen die silhouet oplichtten in het zwakke schijnsel van de straatlantaarns. Verder niets. Alleen maar zwart en Ewout keek maar op dat gifgroene radarscherm.
Opeens gingen we haaks links af. “Het Scheurrak”, was de korte schreeuwerige mededeling. Ik knikte, ten teken dat ik het gehoord had. Het Scheurrak een vaarweg zonder verlichte tonnen. Gelukkig deed de radar het en Ewout bleef maar loeren, loeren op dat scherm. Hij keek amper naar buiten. Af en toe een tikje op de automatische piloot. Hij bleef maar varen, steeds maar weer tussen twee stipjes door.
Er kwamen steeds weer nieuwe bij zag ik. SO8, SO10, enz. Timmekesplaat voorbij, bij Omdraai gingen we weer 90˚ bakboord. Dat was bij SO21. Ze kwamen steeds opnieuw die tonnen. Af en toe het zoeklicht aan, het werd verrotte smal. Ewout met zijn snufferd bijna op dat scherm. Had hij net zulke slechte ogen als ik?
Ik zag een vissende garnalen kotter aan de horizon. Paardenhoek voorbij, bij SO53, draaiden we bakboord het Inschot op. Langs het productieplatvorm Zuidwal, het stak luguber af in het eerste ochtendlicht.
Het productieplatform Zuidwal steekt luguber af tegen het ochtend licht.
Toen we bij de Staart van Schieringhals de Vliestroom op voeren werd het eindelijk echt licht. Ik kon me weer oriënteren. Terschelling en Vlieland doken op van achter de horizon. De Brandaris gaf zijn laatste schitteringen prijs.
Na 2,5 uur zigzaggend over het wad kwam onze eindbestemming in zicht. De NIOZ wadtoren op de Richel bij Vlieland. Aan de zuidkant van de Richel draaiden het Franse Gaatje in. Opeens was het: “We zijn er”. Met donderend geraas liet Ewout het anker vallen.
Direct op de hoogte gebracht worden als er een nieuw bericht gepost is? Vul dan je naam en e-mailadres in bij Niks Missen.